1
Bepaal welke meetinstrumenten u wilt gebruiken. Het kan een stopwatch, een klok met een tweede hand of een online timingtool zijn om de frequentie en de duur van uw weeën te volgen. Houd ook een potlood en papier bij de hand, zodat u de cijfers kunt vastleggen en patronen kunt herkennen.
- Gebruik een precieze timer in plaats van een digitale klok zonder seconden. Omdat arbeid vaak minder dan een minuut duurt, is het belangrijk om het tot de seconde te laten duren.
- Maak een diagram om de gegevens gemakkelijk te registreren. Maak een kolom met de naam "Arbeid", een met de titel "Starttijd" en een derde met de naam "Eindtijd". Voer ook een vierde kolom uit om de "duur" van elke samentrekking en een vijfde kolom "tijd tussen samentrekkingen" te berekenen om de verstreken tijd tussen het begin van een samentrekking en het begin van de volgende te berekenen.
2
Start de timing aan het begin van een samentrekking. Begin niet in het midden of aan het einde van een samentrekking die al is opgetreden. Als je midden in een wee bent, als je besluit om met de timing te beginnen, wacht dan tot het begin van de volgende samentrekking.
3
Noteer het tijdstip waarop de samentrekking begint. Wanneer u uw buik gespannen voelt, start u de timer of kijkt u op de klok en noteert u de tijd in de kolom "Starttijd". Hoe dichterbij je bent, hoe beter. In plaats van `22` te schrijven, schrijft u bijvoorbeeld `22:03:30`. Als de contractie precies om 10 uur begint, schrijf dan "10pm."
4
Noteer het tijdstip waarop de contractie eindigt. Wanneer de pijn afneemt en de samentrekking eindigt, noteer dan de exacte tijd. Bevat zoveel mogelijk informatie en wees zo nauwkeurig mogelijk.
- Nu de eerste samentrekking voorbij is, kunt u de kolom "Duur" invullen. Als de contractie bijvoorbeeld begon om 10:03:30 en eindigde om 10:04:20, was de contractduur 50 seconden.
- Noteer meer informatie over de contractie. Waar begon de pijn, hoe voelde het en meer? Dit kan handig zijn als er meer samentrekkingen komen en je een patroon begint op te merken.
5
Noteer het tijdstip waarop de volgende wee begint. Trek de begintijd van de vorige samentrekking af van de starttijd van die samentrekking en je weet hoe ver je benen van elkaar verwijderd zijn. Bijvoorbeeld, als de vorige contractie begon om 10:03:30 en deze samentrekking begon om 10:13:30, zijn je weeën precies 10 minuten uit elkaar.