1
Allereerst degene die uitdaagt. De eerste persoon selecteert een andere speler.
2
Vraag de andere persoon: "Wat zijn de kansen (gebruik uitdaging)?"
- De tweede speler antwoordt met een nummer van maximaal 25. Niet groter dan 25.
3
Beide spelers staan tegenover elkaar. Telt tegelijkertijd af van drie.
4
Bij één zeggen beide spelers tegelijkertijd een nummer tussen één en het nummer dat is geselecteerd door de tweede speler.
5
Bepaalt de winnaar.- Als beide spelers hetzelfde nummer zeggen, moet de persoon die wordt uitgedaagd de uitdaging aangaan.
- Als er twee verschillende nummers worden gebeld, hoeft de tweede speler de uitdaging niet aan te gaan.
6
Ga naar de volgende ronde of voltooi de game. De beurt van de tweede speler is om te vragen: "Wat zijn de kansen?"