1
Vergrendel je hoofdrouter. Dit is de router waarop uw modem is aangesloten. Over het algemeen moet je de nieuwere en krachtigere router ervoor kiezen. Als u twee identieke routers heeft, maakt uw keuze niet uit.
2
Kies uw secundaire router. Deze router zal later dienen om het oorspronkelijke netwerk uit te breiden. Voor dit doel kies je best je oudere route. Deze router beheert het secundaire netwerk als u een LAN-naar-Wan-netwerk opzet (zie hieronder).
3
Plaats beide routers in de buurt van uw computer. Tijdens het installatieproces moet u uw routers in de buurt van uw computer plaatsen, zodat u ze gemakkelijk kunt openen. U kunt ze later instellen op hun vaste posities.
4
Bepaal tussen een LAN-naar-LAN- en LAN-naar-WAN-verbinding. Een LAN-naar-LAN-verbinding (LAN = Local Area Network) breidt de omvang van uw netwerk uit, waardoor meer apparaten verbinding kunnen maken. Deze apparaten kunnen bestanden en andere bronnen delen met andere apparaten in het netwerk. Een LAN-naar-WAN-verbinding (Wide Area Network) creëert een secundair netwerk (LAN) binnen het hoofdnetwerk (WAN). Dit maakt het mogelijk om bepaalde beperkingen toe te passen op een subset van apparaten die op het kleinere netwerk zijn aangesloten. Het nadeel van deze methode is dat deze apparaten geen bestanden of bronnen kunnen delen met het hoofdnetwerk.
- Door een LAN-naar-WAN-netwerk in te stellen, kunt u het DNS-instellingen van het secundaire netwerk, zodat u kunt bepalen welke pagina`s kunnen worden bezocht. Het secundaire netwerk maakt het ook bijzonder moeilijk voor hackers om toegang te krijgen tot gerelateerde apparaten. Dit is geweldig voor ouders die het gedrag van hun kind op internet willen controleren en controleren.
5
Verbind eerst uw hoofdrouter met uw modem en verbind vervolgens uw computer via ethernet met uw router. Configureer uw router zoals u gewoonlijk doet bij het opzetten van een netwerk. Aangezien deze router verantwoordelijk is voor de internetverbinding, moet u deze instellen alsof het de enige router is.
- Op de meeste routers toegankelijk, door het adres op te geven 192.168.1.1, 192.168.2.1 of 192.168.0.1 typen.
- Noteer het IP-adres en subnetmasker van uw router. Het IP-adres is hetzelfde adres dat u hebt gebruikt om toegang te krijgen tot de configuratiepagina van uw router. Het subnetmasker is normaal 255.255.255.0.
- Als u een LAN-naar-WAN-netwerk instelt, stelt u de DHCP-service van de primaire router in om deze adressen tussen te schakelen 192.168.1.2 en 192.168.1.50 uitgangen. Als u een LAN-naar-LAN-netwerk maakt, kunt u de DHCP-instellingen op hun standaardwaarden laten staan.
- Wanneer u klaar bent met het instellen, koppelt u uw computer los van de router.
6
Verbind uw computer met de secundaire router. Open de configuratiepagina. Als u een LAN-naar-LAN-netwerk instelt, wijzigt u het IP-adres dat overeenkomt met het adres van de eerste router, behalve dat het laatste cijfer met één wordt verhoogd (bijv.
192.168.1.1 wordt ook
192.168.1.2). Als u een LAN-naar-WAN-netwerk aanmaakt, wijzigt u het IP-adres zodat dit overeenkomt met het adres van de eerste router, met als uitzondering dat het voorlaatste nummer met één wordt verhoogd (bijv.
192.168.1.1 wordt ook
192.168.2.1). Zorg ervoor dat het subnetmasker hetzelfde IP-adres heeft als de primaire router.
- Als u een LAN-naar-WAN-netwerk instelt, wijzigt u het WAN-IP-adres van de secundaire router 192.168.1.51.
- Als uw router de UPnP-optie heeft, schakelt u deze uit op uw secundaire router.
7
Configureer de DHCP-server op de secundaire router. Bij het instellen van een LAN-naar-LAN-netwerk moet de DHCP-service op de secundaire router worden uitgeschakeld. Als u een LAN-naar-WAN-netwerk aanmaakt, moet de DHCP-server van de secundaire router IP-adressen hebben binnen het bereik van192.168.2.2 naar 192.168.2.50 distribueren.
8
Wijzig het gebruikte WLAN-kanaal. Als beide routers WLAN-geschikt zijn, moet u de kanalen handmatig instellen, zodat de signalen elkaar niet hinderen. Plaats je primaire router op kanaal 1-6 en je secundaire router op kanaal 11.
9
Zet uw routers in de juiste positie. Nu alles is geconfigureerd, kunt u uw router op de daarvoor bestemde plaatsen plaatsen. Vergeet niet dat u een netwerkkabel tussen de twee routers moet leggen. Als u een andere kamer wilt bereiken, kunt u de kabel ook door de muur laten lopen. Voor het gemak is het het beste om de primaire router in de buurt van de modem te plaatsen.
10
Verbind de twee routers. Sluit het ene uiteinde van de netwerkkabel aan op de LAN-poort van uw primaire router.
- Als u een LAN-naar-LAN-netwerk opzet, sluit u het andere uiteinde aan op de LAN-poort van de secundaire router.
- Als u een LAN-naar-WAN-netwerk opzet, sluit u het andere uiteinde aan op de WAN-poort van de secundaire router.